Het is helaas de keiharde werkelijkheid: ik ben vaatlijder. Mijn vaten zijn niet helemaal “yo” kun je wel zeggen. Het gevolg is dat er bij mij dus op sommige plekken te weinig bloed komt. Het gevaar is dat ledematen kunnen afsterven, wat dus ook al gebeurd is: beide onderbenen ben ik al kwijt en ik mis ook al 2 vingers aan mijn rechterhand.
Het is een soort horrorverhaal uiteraard. De boel sterft gewoon af, net als bij Diabetes, en amputaties zijn dan ook onvermijdelijk als de ziekte weer toeslaat. Gelukkig is de boel nu redelijk stabiel, maar garanties krijg je uiteraard niet. Eigenlijk ben ik een lopende tijdbom.
Ik leef er mee en ik leef ook met de beperkingen die het me heeft opgeleverd. Ik loop op protheses, rijd ook in de rolstoel en ik heb een aangepaste auto. Verder is mijn huis ook aangepast. Ik kan dus aardig ‘uit de voeten’.
Uiteraard heeft de ziekte en de handicaps mijn leven compleet op zijn kop gezet. Van een redelijk normaal leven met ook de normale leuke en minder leuke dingen kreeg ik een leven terug vol narigheid, onzekerheid en een stapel onvoorstelbare hindernissen die genomen moesten worden. Ineens werd alles een uitdaging, want niks ging vanzelf meer.
Daarbij is eigenlijk de angst waarmee ik rondloop een grijze deken die over mijn dagelijks bestaan ligt. De angst dat de ziekte weer toeslaat, de angst voor nog meer pijn, nog meer operaties, nog meer gehandicapt raken is altijd aanwezig.
Het heeft verstrekkende gevolgen als je hebt wat ik heb. Op allerlei vlakken moet je keihard inleveren: gezondheid, je sociale omgeving, maar bijvoorbeeld ook in de liefde. Het is een nuchtere constatering dat je natuurlijk als gehandicapte in datingland al met 10-0 achter staat voor je uberhaupt begint.
Over de toekomst nadenken durf ik eigenlijk niet meer. Alhoewel velen leven volgens het uitgekauwde clichee-motto ‘Carpe Diem’ geld dat voor mij denk ik meer dan voor gezonde mensen.